Bij toeval raakte Willem van Oppen betrokken bij Opgewekt Houten. Nu is de Houtenaar alweer bijna twee jaar bestuurslid van deze lokale coöperatie. Ook hij merkt dat er weerstand is tegen de komst van windturbines en zonnevelden. Juist daarom pleit Willem met passie voor minstens 50% lokaal eigendom. “Mensen vinden windmolens zelden mooi, maar het verlicht de pijn als zij kunnen zeggen dat het wel hun eigen lelijke molen is.”
“In 2015 legde ik zonnepanelen op mijn eigen dak en kwam ik in contact met Wilko Kistemaker, de oprichter van Opgewekt Houten. Ik ben toen lid geworden van de coöperatie”, blikt Willem terug. “Tijdens de ledenvergadering kwam de vraag of mensen wilden helpen. Ik heb een bestuurskundige achtergrond en mijn kinderen zijn de deur uit, dus eigenlijk had ik wel tijd. Zo is van het een het ander gekomen.”
Blikveld
Het vrijwilligerswerk brengt hem veel. “Ik woon nu ruim 25 jaar in Houten en het voelt goed dat ik nu iets terug voor het dorp kan doen. Daarnaast brengt dit werk mij op plekken waar ik anders nooit zou komen, zoals boerenbedrijven. Laatst was ik in een boerderij uit 1786 waarover de bewoner heel enthousiast kon vertellen. Het zijn momenten waardoor ik anders naar mijn eigen omgeving ga kijken. Ik vind dat waardevol, want het verbreedt je blikveld.”
Het bestuur van een lokale energiecoöperatie vat Willem samen als het spelen van een zware wedstrijd. Het blijft volgens hem ontzettend lastig om als bewonerscoöperatie daadwerkelijk een voet tussen de deur te krijgen bij de gemeentelijke besluitvorming. “Eigenlijk is ons dat pas sinds de zomer van vorig jaar gelukt. Tot dan toe waren contacten vrijblijvend. En dat gold zeker voor inbreng van inwoners in de RES U16. Die staan echt op achterstand in de besluitvorming over wat er straks in hun omgeving gebeurt.”
Kromme Rijn
Nu praten de bestuursleden van Opgewekt Houten samen met hun evenknieën van de lokale coöperaties in Wijk bij Duurstede, Bunnik en de Utrechtse Heuvelrug mee over de zoekgebieden voor zonnevelden en windmolens in de Kromme Rijnstreek. In december waren de eerste gespreksavonden voor inwoners. In februari komt in twee vervolgsessies de vraag aan de orde welke gebieden mogelijk geschikt zijn voor grootschalige opwek. Willem: “We zijn betrokken bij het vormgeven van deze online gespreksavonden en hebben ook inhoudelijk iets kunnen toevoegen. Het bewijst de kracht van samenwerken: allianties maken, kun je niet alleen.”
RES 1.0
Invloed zien te krijgen is ook meteen zijn belangrijkste tip voor de collega-coöperaties in Utrecht. ‘’Nu is het moment om je meerwaarde te bewijzen. Zorg dat je je achterban een stem geeft en betrokken bent bij de discussie over de zoekgebieden in jouw omgeving. Eind april moet de regio het bod voor de RES 1.0 aanbieden. Het proces gaat sneller dan je denkt”, waarschuwt hij.
Geen zoekgebieden aanwijzen en alleen inzetten op zonnedaken is volgens de waarnemend secretaris van Opgewekt Houten geen optie. “Het is én-én. Klimaatverandering en het verlies van biodiversiteit zijn de grootste uitdagingen van deze tijd. Wij redden het niet zonder grootschalige opwek.”
Zon op dak
Daarbij is het vinden van voldoende daken ingewikkeld, zo merken de bestuurders van Opgewekt Houten in de praktijk. Willem: “Dakeigenaren gaan een contract aan voor een installatie waar zij 15 jaar aan vastzitten. Wij merken dat bijvoorbeeld voor boeren die termijn erg lang is. Daarnaast is er weinig druk om zon op dak te realiseren. Een bedrijf in de buurt heeft 10.000 m2 ongebruikt dakoppervlak. Helaas is het eigendom in buitenlandse handen en heeft de eigenaar helemaal geen zin in gedoe. Op zo’n moment loop je als vrijwilligersorganisatie tegen je grenzen aan.”
Het bestuur van Opgewekt Houten heeft daarom samenwerking gezocht met de lokale ondernemerskoepel. Een gemeentelijke subsidie maakt inzet van een professional mogelijk. Willem: “Hij gaat mede namens ons in gesprek met ondernemers over hun eigen energietransitie. Soms ontstaat zo de mogelijkheid om een dak ter beschikking te krijgen voor een coöperatieve installatie.”
Lokaal eigendom
Als het gaat om grootschalige opwek kunnen coöperaties nu wel een sleutelrol in handen krijgen, is zijn vervolg. De ambitie binnen het Klimaatakkoord is namelijk dat burgers en lokale bedrijven minstens voor de helft eigenaar worden van installaties bedoeld voor opwek van energie. “Dat lokale eigendom is om twee redenen heel belangrijk. Het creëert draagvlak, want – zoals ik al zei – kijken mensen liever tegen hun eigen lelijke molen aan. Daarnaast is het minstens zo belangrijk dat de opbrengst van de opgewekte energie in de regio blijft. Die hebben we hier nodig voor verdere financiering van de energietransitie.”
Lichtend voorbeeld van een geslaagd initiatief vindt hij dan ook de burgerwindcoöperatie West Betuwe. “De winst die zij maken wordt rechtstreeks geïnvesteerd in een duurzamere regio. Dat is natuurlijk veel beter dan dat de opbrengsten wegvloeien naar grote buitenlandse ontwikkelaars”.
(Dit bericht is gepubliceerd op de website van Energie van Utrecht)